Celzouten

Celzouten zijn minerale zouten zoals deze in het lichaam voorkomen.

Er zijn 27 celzouten, die belangrijk zijn voor de bouw van het lichaam en het functioneren ervan.
De eerste 12 minerale Schüsslercelzouten zijn de celzouten waarmee Dr. Schüssler destijds gewerkt heeft. In de loop van de jaren zijn er 15 aanvullende celzouten aan deze reeks van 12 toegevoegd.

Dr. Heinrich Schüssler, de grondlegger van de celzouttherapie, was een homeopathisch arts die zocht naar een eenvoudige geneeswijze.
Hij ontdekte dat er een verband bestaat tussen een mineraal tekort binnenin de cellen van het lichaam en veel van de lichamelijke aandoeningen.

De Schüssler mineralen (celzouten) zijn bedoeld om aan te vullen waaraan er een tekort is in die cellen van het lichaam.
De Schüssler mineralen worden verdund door verwrijven. Daardoor is het mineraal dusdanig verkleind, dat het direct door de cel kan worden opgenomen en daar (in de cel) gaat het mineraal aanvullen wat er tekort is.
Valt er niets aan te vullen, dan verlaten de celzouten het lichaam gewoon weer.

De verkleining van het mineraal maakt het gelijktijdig bijna onmogelijk om een teveel van deze stoffen in te nemen. Of men moet kilo's melksuikertabletten op een dag kunnen opeten.
Ter indicatie: in één literfles mineraalwater zit grofweg 1 gram minerale zouten. Om deze hoeveelheid via melksuikertabletten binnen te krijgen, moet men ongeveer 1000 kg aan celzouttabletten gebruiken.
 
Celzouten kunnen in iedere situatie worden gebruikt. Ze vormen geen belemmering voor een behandeling, omdat de celzouten lichaamseigen mineralen zijn. Ze ondersteunen slechts de processen van het lichaam.
Een tekort aan mineraalzouten buiten de cel, die meestal ontstaat door een ongezonde manier van leven, kan niet door Schüsslercelzouten aangevuld worden. Die vragen om een aanpassing van de levenswijze.